Minimale verharding, maximaal groen: dát is het geheim van een hitte-, water- en droogtebestendige tuin. En het is een zalige plek voor mens en dier.
- Verhard alleen de zones van je tuin waar je deze verharding regelmatig nodig hebt.
- Kies waar verharding toch noodzakelijk is (oprit, terras) voor verharding die het hemelwater laat doorsijpelen, zoals grasbetontegels of stapstenen.
- Verklein bij de heraanleg van je tuin de verharde oppervlakte.
- Ga voor een natuurlijke tuin. Vermijd stenen, kiezel en kunstgras.
Minder verharding en meer groen zorgen door koelte en schaduw voor een frisse tuin op hete dagen. Maar ook ’s nachts heeft een groenere tuin een groot effect op de temperatuur. Verharding houdt overdag heel veel warmte vast, die ’s nachts weer vrijkomt.
Verharding zorgt er ook voor dat hemelwater niet in de bodem dringt, maar plassen vormt en/of afvloeit naar een lager gelegen deel van de tuin waardoor plaatselijk wateroverlast kan ontstaan. En water dat rechtstreeks naar de riolering vloeit, draagt niet bij tot het aanvullen van de watertafel.
Door de tuin minder te verharden of te kiezen voor waterdoorlatende verharding, kan het hemelwater ter plekke en verspreid infiltreren in de bodem. Zo helpt het om het schaarse grondwater regelmatig aan te vullen, zodat een extra reserve ontstaat om droge perioden te overbruggen. Als het water genoeg kans krijgt om in de bodem te dringen, vloeit er bovendien minder af naar de riolering en daalt het risico op wateroverlast via de rioleringen bij piekregens.
Download hier het volledige document 'In 7 stappen naar een klimaattuin':