Veelgestelde vragen over groengevels
Groengevels bestaan al eeuwen. Toch bestaan er nog heel wat misverstanden en fabeltjes over groengevels, bijvoorbeeld dat ze jouw gevel zouden beschadigen. Door de juiste keuzes te maken en rekening te houden met de onderstaande veelgestelde vragen, geniet jij straks zorgeloos van een prachtige groengevel!
Heeft mijn groengevel een isolerende werking?
Een begroeide gevel heeft in het algemeen vooral een esthetische en ecologische functie. Groenblijvende groengevels bieden wel een klein isolerend effect in de winter, namelijk doordat ze functioneren als een beschermende buffer tegen regen en wind. Daarnaast houden klimplanten je gevel koel in de zomer, doordat ze vocht vasthouden dat verdampt door de zoninstraling.
Let wel: een groengevel vervangt in geen enkel geval goede isolatie. Wil je jouw woning energiezuiniger maken? Voer dan eerst isolatiewerkzaamheden uit conform de energie-eisen op lange termijn. De Huisdokter geeft je hierbij advies.
Is mijn groengevel onderhoudsvrij?
Een groengevel is niet onderhoudsvrij, maar vereist wel minder onderhoud dan een standaard tuin. Afhankelijk van de groeisnelheid van de gekozen klimplant, is het aangeraden om jaarlijks minstens een keer en indien nodig meerdere keren ramen, dakranden en andere gebouwelementen te ontdoen van uitlopers om schade te voorkomen. Een keer per jaar kan je de uitlopers terugsnoeien. Doe je dat bijvoorbeeld niet bij klimop, dan krijg je na een tweetal jaar geelgroene bloesems in september-oktober waar insecten zoals bijen en vlinders dol op zijn.
Een goede ladder is vereist om de planten aan de bovenkant te snoeien. Denk aan je veiligheid bij werken op hoogte.
Beschadigen klimplanten mijn gevel?
Nee, zelfhechtende klimplanten zoals klimop of wingerd laten bij verwijdering hoogstens sporen na van hun hechtwortels of hechtschijfjes. Op de stevigheid van de muur of gevel hebben ze geen enkele impact.
Vaak wordt gezegd dat klimplanten voegen stuk maken. Niets is minder waar! Zijn je voegen bij aanplant al stevig, dan brengt de klimplant geen extra schade aan. Zijn je voegen nu al heel poreus, bevatten ze scheuren of andere beschadigingen? Laat dan eerst je gevel herstellen voordat je er een klimplant tegenop laat groeien.
Om te vermijden dat zelfhechtende klimplanten onder dakboorden doordringen, kan je een groeibegrenzer plaatsen. Dit is een gepatenteerd product waarbij via een aluminiumprofiel met stroom de groei van de klimplant begrensd wordt, zodat kozijnen of dakboorden niet overgroeid raken.
Een andere optie is een groene gevel met klimhulp. De klimplant zal omwille van de zwaartekracht niet veel hoger groeien dan je klimhulp reikt. Hou er rekening mee dat niet elke gevelbekleding geschikt is om een groengevel tegen aan te brengen. Kies een klimhulpsysteem dat combineerbaar is met jouw gevelbekleding.
Hoe bevestig je een klimhulp?
Dit is afhankelijk van het type klimplant. Check in de plantenlijst van niet zelfhechtende klimplanten welke klimhulp je plant nodig heeft en ga vervolgens met het stappenplan om een groengevel aan te leggen aan de slag.
Hoe gaat de epb-regelgeving om met groene wanden?
De huidige epb-regelgeving bevat geen specifieke aanpak om rekening te houden met de positieve hygrothermische effecten van gevelgroen. Hoewel deelaspecten van beschaduwing en thermische weerstand in theorie wel afzonderlijk in rekening gebracht kunnen worden, valt het voorlopig aan te bevelen om hier voorzichtig mee om te springen.
Tot dusver zijn er te weinig inputgegevens beschikbaar om gekoppelde effecten van beschaduwing, isolatie en evapotranspiratie op een betrouwbare wijze in te rekenen. Gevelgroen heeft bovendien een inherent dynamisch (seizoensgebonden/orientatiegebonden/soortgebonden) karakter dat zich moeilijk laat vatten in de stationaire berekeningsmethode van de epb.
Tenslotte geldt vooralsnog de strikte eis dat de voor de epb-berekeningen gebruikte parameters binnen een jaar na de oplevering van het gebouw gerealiseerd moeten zijn. Een eerste stap richting integratie bestaat uit een uitgebreidere karakterisering van groene gevels en hun eigenschappen en het opzetten van dynamische simulatiemodellen.
Bron: www.gevelgroen.be/faq
Is er voor het onderhoud een gespecialiseerde firma nodig?
Er kan een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen (1) grondgebonden systemen en (2) gevelgebonden systemen of Living Wall Systems:
(1) Bij grondgebonden systemen staan de planten in de volle grond met veel ruimte voor hun wortels. Deze staan in voor de opname van water en voedingsstoffen. Door de afwezigheid van de nood aan een irrigatiesysteem en een geringe behoefte aan bemesting, vergen deze systemen naast periodieke snoei meestal weinig onderhoud. Let wel op: de onderhoudskost stijgt met de hoogte van het systeem. Als er speciale ladders of een hydraulische lift nodig zijn, dan zal de onderhoudskost logischerwijs toenemen en roep je best de hulp in van een gespecialiseerde firma. Een groeibegrenzing kan soelaas bieden om te vermijden dat klimop of wingerd bouwdelen, zoals een dakrand, overgroeit.
(2) Gevelgebonden systemen, waarin planten een beperkte wortelruimte hebben (in bakken, textiel, rotswol…), zijn fragieler en hebben meer opvolging nodig. Ze dienen afhankelijk van het type systeem enkel keren per jaar gesnoeid te worden, voorzien te worden van nieuwe planten, bemesting enzovoort. De beregeningsunit en sturingen dienen ook onderhouden te worden. Belangrijke kanttekening: De onderhoudskost van gevelgebonden systemen zal hoger liggen dan die van grondgebonden systemen door een meer complexe opbouw, nood aan sturing enz.. Net door die andere opbouw bieden gevelgebonden systemen echter andere voordelen dan hun grondgebonden tegenhangers die in acht genomen moeten worden bij de keuze van een systeem.
Bron: www.gevelgroen.be/faq
Waaraan moet mijn gevel voldoen om een groengevel te kunnen aanplanten?
In principe kan je op elke gevel een groengevel aanleggen. Plaats wel geen groengevel tegen een niet-geïsoleerde muur. Breng eerst isolatie aan conform de energie-eisen op lange termijn.
Hou daarnaast ook rekening met de volgende voorwaarden:
Stenen of betonnen gevels
Verkeert je gevel niet in goede staat (bijvoorbeeld scheuren of losse voegen) of heeft hij last van opstijgend vocht, plant dan geen groengevel aan zolang deze problemen niet zijn aangepakt. Een groene laag kan het opdrogen van de achterliggende gevel namelijk verhinderen door zonlicht tegen te houden. Ook kunnen bepaalde soorten klimplanten donkere plaatsen binnendringen via scheuren (dit fenomeen is ook bekend als negatief fototroop).
Omdat groenslingers een grote horizontale trekkracht uitoefenen op de gevel, moeten ze goed verankerd worden in de muur. Dat kan in volle muren (waarin bakstenen met hun kopse kant zichtbaar zijn). Vraag voor gevels met spouwmuren of gevels die gebouwd zijn met (holle) snelbouwstenen aan een professionele installateur wat mogelijk is.
Plaats geen groengevel tegen een niet-geïsoleerde muur. Breng eerst isolatie aan conform de energie-eisen op lange termijn.
Houten gevels of gevels met stucwerk
Voor houten gevels of gevels met pleisterwerk (crepi in de volksmond) op isolatie zijn extra lange gevelankers nodig tot in de draagmuur of draagstructuur. Dit voorkomt dat groengevels, als ze volgroeid zijn, door het gewicht van de plantenmassa de houten bekleding of het pleisterwerk stuktrekken.
Een open gevelbekleding is niet geschikt als ondergrond voor een groengevel. Denk aan houten latten die niet tegen elkaar staan of andere bekledingen met open voegen waar de beplanting tussen zou kunnen groeien.
Waarop moet ik letten als ik een groengevel aanleg langs de openbare weg?
Voor de aanleg van een standaard gevel- of tegeltuin langs de openbare weg heb je geen omgevingsvergunning nodig. In sommige gemeenten bestaat er wel een meldingsplicht of moet je een toelating aanvragen, al dan niet gekoppeld aan een premiereglement.
In de meeste gemeenten moet een geveltuin aan de volgende voorwaarden voldoen:
-
Het plantgat mag vanaf de gevel maximum 30 centimeter uitsteken op straat, maar mag wel om het even hoe lang zijn;
-
Hou een afstand van minimum 30 centimeter van de buren, tenzij de buren schriftelijk akkoord gaan om daarvan af te wijken;
-
Leg enkel een geveltuin aan tegen je eigen gevel of maak een duidelijke afspraak met je verhuurder of buren;
-
De diepte van de plantput bedraagt maximum 60 centimeter;
-
Er moet over de hele lengte van de perceelsgrens een obstakelvrij voetpad met een breedte van minimum 1,20 meter gevrijwaard blijven;
-
Geleidingselementen mogen maximaal 20 centimeter uitsteken;
-
De planten mogen de voorbijgangers niet hinderen: vermijd doornen en scherpe takken;
-
De planten moeten in volwassen toestand nog in het plantvak passen (beperkte stamdiameter) en mogen zeker niet hoger komen dan de gevel;
-
Vermijd planten die giftig zijn voor de mens;
-
Snoei je planten tijdig zodat de vrije doorgang nooit belemmerd wordt;
-
Ga na waar je nutsvoorzieningen zoals water, gas en elektriciteit de woning binnen komen.
Maar check dit voor de zekerheid nog eens bij je eigen gemeente op mogelijke afwijkingen
Welke planten kan ik aan mijn gevel planten?
Dit hangt af van het type groengevel, de gewenste hoogte en de hoeveelheid zon op je gevel.
Op de pagina van elk type groengevel staat een tabel met een suggestie van planten.
Welke soorten klimhulpen zijn er?
Er bestaan verschillende soorten klimhulpen, die je kan gebruiken afhankelijk van het gewenste resultaat. Meer info over de aanleg van een groengevel en de klimhulpen vind je hier.
- Houten latten
Deze methode is goedkoop, gemakkelijk en zelf te maken en te bevestigen. Het grote nadeel is dat de levensduur van deze klimhulp korter is dan die van de klimplant zelf. Bovendien zijn houten latten moeilijk op voldoende afstand van de gevel te plaatsen.
- Metalen spankabels
Dit systeem is interessant om grotere oppervlakten te begroenen of om toe te passen rond ramen en deuren. Afhankelijk van de klimplant span je vertical en/of horizontale kabels. Gebruik roestvrije spankabels van 4 millimeter dik. Zorg dat de oogvijzen of klimhulpschroeven minstens 8mm dik zijn.
- Metalen of plastic draadmatten
Je kan kiezen tussen:
- ijzeren staalbouwnet of bewapeningsnet met een maaswijdte van 15x 15 cm voor rankende klimplanten en 25x 25 cm of groter voor enterende klimplanten,
- HDPE net: een flexibel net basis gemaakt van gerecycleerd plastic. Deze laatste is geschikt voor grote blinde gevels. Kies voor een maaswijdte van 15 x 15 cm voor rankende klimplanten.
- RVS net : Kies voor een maaswijdte van 15 x 15 cm voor rankende klimplanten.
Alle net types bevestig je best met klimhulp- of klemboutschroeven (zie foto onder).
Leiplanten dien je op te binden tegen een rek of houten lattenwerk of tegen horizontale draden, die je telkens 50 centimeter van elkaar spant.
Welke soorten klimplanten zijn er?
Er bestaan zelfhechtende klimplanten (bv. klimop) en niet-zelfhechtende klimplanten (bv. kamperfoelie) die een klimhulp nodig hebben. Binnen de niet-zelfhechtende klimplanten onderscheiden we drie types klimplanten :
Winders of slingerplanten: bij deze klimplanten winden de takken zich rond een verticale klimhulp om zich vast te hechten en verder omhoog te groeien. Ze hebben een klimhulp nodig met bij voorkeur een rond profiel met een diameter van maximum 5 centimeter. Je kan ze omhoog laten klimmen langs verticaal geplaatste metalen spandraden, stijlen, traliewerk of een andere klimhulp met een rond profiel.
Rankers: dit zijn klimplanten waarbij op de takken dunne vergroeiingen ontstaan die zich als een grijparm vele malen rond een latwerk of draad met een maximum diameter van 3 centimeter draaien. Een stuk staalbouwnet (van bijvoorbeeld 15 x 15 centimeter) of een ander maasvormig net, zoals een draadscherm tegen een muur of schutting vormt de ideale klimhulp.
Enteraars: deze klimplanten, zoals vb. klimroos en winterjasmijn, vormen uitstulpingen op hun takken waarmee ze zich aan de klimhulp vasthaken om zo verder naar boven te groeien of als een sluier over de klimhulp heen te groeien. Enteraars hebben een horizontale ondersteuning nodig, zoals stevig gespannen metaaldraden of een verticaal geplaatst ruitvormig traliewerk.
Daarnaast heb je ook nog leiplanten. Die planten hebben geen speciale lichaamsdelen ontwikkeld waarmee ze zich kunnen vasthechten om omhoog te klimmen. Van deze planten moet je de takken zelf aan de klimhulp binden zodat ze niet naar beneden gaan hangen.
Zien gebouwen met groengevels er onaantrekkelijk uit in de winter?
Dat is een kwestie van persoonlijke smaak. Bij het toepassen van groene wanden kunnen planten worden gebruikt die in de herfst hun bladeren laten vallen of kan je kiezen voor groenblijvende soorten. Wintergroene planten kunnen er in de winter aantrekkelijk uitzien, maar niet wintergroene types kunnen net de seizoensgebondenheid van de natuur weerspiegelen. Informeer je altijd goed over het uitzicht dat je wil bereiken. De foto's van de verschillende mogelijkheden en de tabellen met plantensoorten op deze website kunnen daarbij van pas komen.
Bron: www.gevelgroen.be/faq